Blended lesgeven met virtual realitybril

Hoger onderwijs hybride mix online en offline voorbij

Eindelijk zien docent en student elkaar weer in de collegezaal. Het lijkt voor velen een verlichting na een lange tijd thuisonderwijs. Toch zijn er vormen van digitaal onderwijs die zullen blijven bestaan, lockdown of niet. En welke rol moet het krijgen in het hoger onderwijs? En welke successen zien we al?

De afgelopen twee jaar werden veel online oplossingen in het onderwijs uit nood geboren. Soms grepen docenten de kans aan om te experimenteren met nieuwe middelen. Zo volgden veertig communicatiestudenten van de Vrije Universiteit in Amsterdam vorig jaar een heel vak via een virtual realitybril. In groepjes werkten ze in een virtuele ruimte aan een onderzoeksopdracht. En tijdens de laatste les liepen ze samen van poster naar poster. Daarop stonden onderzoeksresultaten afgebeeld die gepresenteerd werden door de studenten. Apart hieraan was dat de studenten thuis zaten, met een VR-bril op. Tilo Hartmann, onderzoeker en professor VR en communicatie, was de initiator van dit experiment. ‘We voelden elkaars aanwezigheid.’ Bijzonder was ook dat studenten zelf een avatar maakten. Ze creëerden met bijbehorende software een figuur die op hen lijkt. Dat werkte heel eenvoudig volgens Hartmann. ‘Ondanks dat je met cartoonachtige figuren communiceert, voelde het veel echter dan les geven via Zoom. Niet alleen omdat de gezichten jou niet zoveel zeggen, veel studenten zetten ook nog eens hun camera uit. De avatars beelden zoveel meer uit. Ik merkte dat studenten elkaar aan bepaalde bewegingen herkenden. En ze maakten oogcontact met elkaar. Lichaamstaal zegt veel en dat hebben we echt gemist online.’

Rijke leerervaring

Is dit nu de toekomst van ons onderwijs? En hoe zien we dit terug in een goede mix? Daarvoor bestaat er een term die we steeds vaker horen: blended onderwijs. Je kunt het op verschillende manieren interpreteren geeft lector digitale didactiek Esther van der Stappen aan. Ze doet voor Hogeschool Avans onderzoek naar blended onderwijs. ‘Om te beginnen is het iets anders dan hybride onderwijs. Dat gaat er vooral over dat studenten tegelijkertijd op locatie en thuis een les volgen en wordt ook wel simultaan onderwijs genoemd. Maar dat was uit nood geboren door ruimtegebrek op de campus.’ Volgens Van der Stappen staat bij blended onderwijs de ervaring van de student meer centraal. ‘Die moet een rijke leerervaring krijgen als gevolg van een harmonieuze mix tussen leerervaringen op de campus, online én op de werkplek. En dit kan zowel synchroon of asynchroon zijn. Leren op de werkplek en op school versterkt elkaar. Bijvoorbeeld omdat je mensen uit het werkveld via virtual reality (schijnwerkelijkheid) de school kunt intrekken.’

Inspelen op trends

Hele opleidingen digitaliseren is voor voltijd studenten meestal niet de oplossing. Maar wat als je het gedeelte wat de docent moet zenden online doet door korte en compacte kennisclips te delen of zelf te maken? Zo kunnen studenten zelf meer inplannen. En daardoor speelt het onderwijs ook goed in op een trend: onderwijs wordt gepersonaliseerd. Studenten delen hun tijd steeds meer zelf in. Van der Stappen: ‘Een docent kan heel eenvoudig een kennisclip uploaden in een online lesomgeving, ongeacht welk systeem gebruikt wordt om deze op te nemen. Ze spreken bijvoorbeeld een powerpoint in of ze gebruiken een geavanceerd video bewerkingsprogramma. Zorg er dan wel voor dat je bijvoorbeeld geen data noemt voor deadlines, zodat je de clips het jaar erop weer kunt hergebruiken.’ Online biedt dus mogelijkheden voor gepersonaliseerd onderwijs, en Robin de Lange, oprichter van het VR Learning Lab en docent Virtual and Augmented Reality aan de Universiteit Leiden, ziet daarnaast nog een voordeel: ‘Het heeft de potentie om op een unieke manier met elkaar samen te werken. Een docent geeft bijvoorbeeld een college van twee uur in de week en heeft dat moment om te communiceren met de studenten. Als je online in een community zit met elkaar, kan de docent op meerdere momenten informatie geven en kunnen studenten elkaar vragen stellen.’

Andere signalen opvangen

Ontmoeten wordt in blended onderwijs waardevoller, vult Van der Stappen dit verhaal aan. ‘Als het zendgedeelte online wordt gegeven, heb je tijdens de ontmoetingen meer ruimte om elkaar even aan te stoten en de diepte in te gaan. Op het moment dat studenten quizzen gaan maken of andere opdrachten doen in de online leeromgeving, biedt het voor docenten een kans om meer inzicht te krijgen in de voortgang. Zo ontwikkelde een docent natuurkunde een game in Canvas, een online leeromgeving. Er zat een levelstructuur in de opdrachten om studenten te motiveren. Eigenlijk hetzelfde als hoe dit bij Duolingo werkt, de app om spelenderwijs een vreemde taal te leren. De docent kan op elk moment zien hoe ver een student gevorderd is. Dit kost tijd en vergt bepaalde vaardigheden, maar het bevordert wel de motivatie en de studievoortgang.’ Maar voor docenten die niet die skills hebben, kan een online leeromgeving wel al inzichten geven in wat ze doen. Van der Stappen: ‘Opdrachten die slecht gemaakt worden krijgen dan uitgebreid aandacht in de liveontmoetingen.’ Docenten hebben daarnaast de kans om andere signalen op te vangen, vervolgt ze. ‘Denk bijvoorbeeld aan de dag na de uitzending van BOOS over de The Voice of Holland. Als je ziet dat studenten de opdracht niet maken, kun je dit onderwerp bespreekbaar maken tijdens een les.’

Honours (excellente) studenten van de Universiteit Leiden krijgen les in Virtual and Augmented Reality. Op de bovenste foto demonstreert Tilo Hartmann, onderzoeker en professor VR en communicatie aan de VU, een virtual realitybril tijdens een college.(foto's: VR Learning Lab)

Beleef een psychose

In de praktijk betekent blended onderwijs vaak gebruik maken van technieken die al bestaan in de online lesomgevingen als Canvas, Moodle of Bright Space. En daar dan slimmer mee omgaan om de student actief te laten leren. Geen Teams gebruiken voor hele hoorcolleges, wel korte clips en opdrachten uploaden. Houd contact met elkaar en gebruik de ontmoetingen voor de diepgang. Ook is het interessant te kijken naar de mogelijkheden die VR kan bieden. De Lange, die met zijn expertisecentrum workshops en kennissessies voor docenten en leerlingen organiseert: ‘Er zijn al sociale studies die VR gebruiken om te laten zien wat er gebeurt als je in een psychose zit. Dit geeft jou als student een ander perspectief en je begrijpt de mensen beter waar je later mee gaat werken. Of denk aan de mogelijkheid om ruimtelijke informatie te delen voor studenten geneeskunde die de anatomie van het lichaam bestuderen. Dat is in 3D veel leerzamer dan uit een boek. En als we dan even bij dezelfde studie blijven: er wordt ook geëxperimenteerd met chirurgische ingrepen. Het voordeel ten opzichte van een echte ingreep: je mag fouten maken. Je kunt ook praktijksituaties met VR naar de klas brengen of een heel realistische tour door een fabriek organiseren. Waar je normaal misschien een keer per jaar op excursie gaat, kan dit virtueel vaker.’

Augmented reality

Hartmann, die al experimenteerde met VR, voegt daar nog aan toe dat zijn studenten de VR-bril ook graag gebruiken voor één-op-één gesprekken met de docent. ‘Dan hoeven ze voor dat ene half uurtje niet naar de universiteit te komen en hebben ze toch het gevoel dat je even samen gezeten hebt.’ De Lange ziet ook voor augmented realitity (aangevulde realiteit) een rol in blended onderwijs, maar hij vindt de toepassing tijdens het werk interessanter. ‘Met een bril op kun je iemand op locatie mee laten kijken. Denk aan een elektricien die een probleem niet zelf op kan lossen. Of een zorgmedewerker die een medisch specialist nodig heeft. Dit soort technieken heeft invloed op hoe we problemen oplossen. Goed om samen met studenten na te denken over de rol van digitalisering in hun vakgebied en welke nieuwe vaardigheden hiervoor nodig zijn.’