Rotterdamse aanpak zij-instromers werkt

Leraren van buiten onderwijs te vaak in het diepe gegooid

Propjes vliegen om je oren, machteloze smeekbedes verdrinken in oorverdovende herrie. Daar sta je, als vreemde eend in de bijt, zonder kennis van het onderwijssysteem en onderwijsmethodes. Om te voorkomen dat zij-instromers hierdoor afhaken, biedt ECHT Onderwijs een oriëntatietraject dat in de praktijk laat ervaren of lesgeven bij hen past.

‘Welke woorden kennen jullie?’ De kinderen uit groep 7 van basisschool Kasteel Spangen in Rotterdam sommen op welke plaatjes ze op het digiboard zien: ‘Hockey, goal, mountainbike.’ Meester Max van Oorschot geeft spellingsles in Engelse leenwoorden. Tijdens zijn uitleg onderbreekt hij zichzelf: ‘Het stoplicht op het bord is rood. Stilte dus.’ Na het schoolreisje, de vorige dag, zijn de kinderen onrustiger dan anders, weet de beginnende leraar. ‘Toch krijg ik steeds meer vat op de klas.’ Groepsleerkracht Afaf Douhdouh, die Van Oorschot begeleidt in zijn oriëntatietraject als zij-instromer, bevestigt dit. ‘Hij bouwt in de praktijk een goede vakkennis op en een goede band met de kinderen.’

Passende school

Van Oorschot, voormalig bouwkundig adviseur, is blij met de begeleiding die het Rotterdamse ECHT Onderwijs biedt. ‘Je hoeft niet alles zelf uit te zoeken, zoals het regelen van je financiën. Je wordt gewoon doorbetaald. Ze zorgen ook voor een school die bij je past. Je krijgt de ruimte om te ontdekken of onderwijs iets voor je is en om te werken aan je tekortkomingen.’ Met het programma Talent Van Buiten geeft ECHT Onderwijs zij-instromers de kans om zich te oriënteren op een onderwijsbaan. In plaats van direct in het diepe te worden gegooid, werken zij in het halfjaarlijkse oriëntatietraject, dat aan het zij-instroomtraject voorafgaat, op scholen in ondersteunende functies. Ze worden daarbij begeleid door een coach. Het traject wordt afgesloten met een geschiktheidsonderzoek, waarbij vrijstellingen voor de vervolgopleiding kunnen worden gehaald. Tijdens dat vervolg werken zij-instromers drie dagen per week in de praktijk en krijgen zij een dag in de week college.

Ruimte voor portfolio

Volgens gegevens van het ministerie van OCW stopt ongeveer twintig procent van de starters in het onderwijs, waaronder zij-instromers, binnen vijf jaar. Volgens Maurits Drenth (directeur ECHT Onderwijs en oprichter Talent Van Buiten) en Michiel Marinissen (begeleider zij-instromerstraject) komt dit doordat in reguliere trajecten te streng wordt geselecteerd en nieuwelingen te snel aan zichzelf worden overgelaten. Het verschil met hun methode zit hem volgens het duo in de minder strenge selectie en de grotere ruimte die zij-instromers krijgen om hun portfolio bij elkaar te krijgen. Drenth: ‘Bij ons stroomt zeventig procent van de aanmelders door naar de opleiding. In plaats van twee van de tien aanmelders die in andere trajecten worden toegelaten, gunnen wij vijf van de tien een kans. Wij kijken naar drijfveren, andere trajecten meer naar vooropleiding en eerdere werkervaring.'

‘Ik kies ervoor lessen in mijn eentje te geven. Zo bouw ik autoriteit op’

Max van Oorschot, leerkracht groep 7

Te vroeg voor de klas

'In andere trajecten schieten zij-instromers er financieel bij in, door de combinatie werken-leren. Wij compenseren ze ruim. Ze staan er in de klas nooit alleen voor en worden niet ingezet als extra handen’, vult Marinissen aan. Dat komt nogal eens voor, weet coach van zij-instromers Anna Korsten: ‘Vaak worden zij daarom te vroeg alleen voor de klas gezet. Zij zeggen geen nee om hun collega’s niet in de steek te laten.’ Een zij-instromer dacht aan stoppen omdat hij hierdoor overspannen dreigde te raken.’ Volgens Natasja Heuwer, (cao-onderhandelaar CNV voor PO en VO) komen scholen in de verleiding om zij-instromers in te zetten om hun lerarentekort op te vangen: ‘Met name kleine scholen hebben vaak moeite om de formatie rond te krijgen. Voor deze scholen is het extra lastig om zij-instromers goed te begeleiden. Voorkomen moet worden dat zij alleen bezig zijn met opvang, waardoor ze het vak onvoldoende leren. Dat komt de onderwijskwaliteit niet ten goede.’

Achteraf feedback

Max van Oorschot prijst zich gelukkig dat hij wordt ondersteund door groepsleerkracht Douhdouh en coach Anna Korsten: ‘Ik word niet aan mezelf overgelaten, maar kies ervoor lessen in mijn eentje te geven, met Afaf in de buurt. Zo bouw ik autoriteit op en krijg ik de kans om van mijn fouten te leren. Achteraf krijg ik feedback. In het begin merkte ik dat ik niet over bepaalde tools beschikte, omdat ik de opleiding nog niet heb gedaan. Vooral orde houden is dan lastig. Hoe krijg ik de aandacht terug als een klas onrustig is? Na een tijdje bouw je een relatie op en kan je ze pakken met het onderbreken van de les, en opnoemen wat fout en goed gaat.

Moeder inspiratiebron

Ik wil voorkomen dat Afaf ingrijpt, want dat ondermijnt mijn gezag. Van haar kreeg ik de gouden tip om bij de leerlingen aan te geven wat mijn eigen grenzen zijn en wat ik van hen verwacht. Dat heeft gewerkt, vooral bij vakken met vrije momenten en in lesovergangen, moeilijke momenten om orde te houden.’ Van Oorschot ervaart meer werkdruk dan in zijn vorige baan, maar vindt dat niet erg: ‘Ik heb juist gevraagd om meer te werken. Dit geeft mij meer energie dan mijn vorige werk. Vooral wanneer kinderen blij zijn omdat ze ineens iets snappen en kunnen. Eigenlijk wilde ik altijd het onderwijs in. Mijn moeder werkte veertig jaar in het basisonderwijs. Ik hielp haar met nakijken. Zij was mijn inspiratiebron.’