AI ontwikkelt zich razendsnel

Esther Singer (33) is leerkracht groep 5/6 op RK basisschool Willibrordus in Bovenkarspel

Terwijl ik dit schrijf is het schooljaar net afgesloten en heb ik een nu ruim een maand even geen werkgerelateerde activiteiten. Mijn werkhoofd staat in stand-by. Totdat ik een boek lees over artificiële intelligentie. Het zet me aan het denken. We leven wat AI betreft in een bijzonder, bizar tijdperk. Waar vijf jaar geleden nog werd verwacht dat ontwikkelingen vijfentwintig jaar zouden duren, is door machinelearning (software die zichzelf ‘leert’ ontwikkelen) alles in een stroomversnelling gekomen en is anno 2024 al veel meer mogelijk dan experts aanvankelijk dachten. Zoals in de vorige eeuw de opkomst van elektriciteit en in de jaren negentig de opkomst van pc’s en internet fundamentele veranderingen met zich meebracht, zo zal AI ook voor blijvende veranderingen gaan zorgen. Welke plaats gaat dit krijgen in het onderwijs? Dat het een plaats zal krijgen is wel zeker, maar welke? We leren kinderen nu in groep 3 schrijven met potlood en daarna met pen. Maar hoeveel zullen de kinderen later nog daadwerkelijk met pen en papier schrijven? Als ik naar mezelf kijk doe ik dat zelden nog. Zelfs een boodschappenlijstje heb ik in een digitale notitie staan. Met een druk op de knop kun je door AI een lap tekst laten opstellen waar je voorheen zelf uren op zou moeten ploeteren. AI kan in een mum van tijd teksten genereren. A

Hoeveel kinderen zullen later nog daadwerkelijk met pen en papier schrijven?’

Esther Singer

Afhankelijk van welke criteria je als gebruiker invoert, formuleert AI grammaticaal juiste zinnen. Of de inhoud van de tekst klopt, is een stuk minder zeker. Een op AI werkende tekstengenerator heeft namelijk zelf qua inhoud geen idee wat het ‘schrijft’. Dat is belangrijk om in je achterhoofd te houden. Ook afbeeldingen of filmpjes kunnen worden gemaakt door AI. We zijn nu op het punt dat afbeeldingen, ook gezichten van mensen, niet meer van echt te onderscheiden zijn. Het is dus belangrijker dan ooit of een bron betrouwbaar is. Dit is dan ook opgenomen in het vernieuwde concept kerndoelen voor digitale geletterdheid. Ook staat hierin dat leerlingen ‘een geschikte zoekstrategie, zoekhulpmiddel, en zoekopdracht hanteren.’ Dat klinkt nogal vaag, maar we zullen leerlingen dus wegwijs moeten maken in het steeds groter wordende woud van online (des)informatie. En om dat te kunnen zul je als leerkracht, of je dat nou wilt of niet, op de hoogte moeten blijven van deze razendsnelle ontwikkelingen. Anders mis je de boot. En die is te belangrijk om te missen.