Van kaartjes kopen voor een theatervoorstelling tot vragen stellen aan een klantenservice, werk zoeken, een afspraak maken bij het ziekenhuis en je belastingzaken regelen. Je hoeft niet voor alles het internet op, maar het wordt wel steeds moeilijker om offline je zaken te regelen. ‘De lichte druk om dit soort dingen digitaal te doen, wordt steeds groter,’ zegt Sven Stijnman, woordvoerder van seniorenorganisatie KBO-PCOB.
Zelfredzaamheid
Heel veel senioren zijn vertrouwd met internet en weten hun weg op het wereldwijde web prima te vinden. Toch is er een groep ouderen waarvoor dit niet geldt. Stijnman spreekt geregeld senioren die digibeet zijn over de ‘problemen’ waar zij tegenaanlopen. Hij vertelt over ouderen die op een verkeerd linkje klikken in een mail en op die manier veel geld kwijtraken. ‘Je hoort zoveel in de media over internetcriminaliteit. Mensen kunnen daardoor bang worden om het internet op te gaan. Er zijn ook senioren die het wel geprobeerd hebben, maar hun vaardigheden zijn verloren door dementie of doordat ze slechter zien. Daarbij heb je in die leeftijdsgroep veel traditionele huishoudens, waarin de man altijd de bankzaken doet.’ Als die komt te overlijden, blijft de vrouw achter. Voor haar was het nooit nodig om iets online of digitaal te doen, en dan wordt ze er ineens mee geconfronteerd. Dan is hulp vragen niet altijd een optie. ‘Iedereen, of je nu jong of oud bent, wil zelfstandig kunnen leven en zo min mogelijk een beroep doen op een ander. Tegelijkertijd kunnen digibeten, waaronder senioren, zich buitengesloten voelen en het idee hebben dat er geen rekening met ze wordt gehouden. Hun zelfredzaamheid komt in het gedrang. En dat is wat niemand wil.’
Betrek digibeten bij de oplossing
Om de zelfredzaamheid te behouden, moeten er dus andere oplossingen dan ‘om hulp vragen’ komen. Bedachte oplossingen slaan vaak de plank mis. ‘Wie bedenkt er iets goeds? Dat zijn vaak mensen die al iets kunnen. Niet de digibeten zelf. Denk bijvoorbeeld aan de onlangs gelanceerde coronacheck-app, bedacht door een app designer. De allereerste app was niet geschikt voor oudere mobieltjes. Terwijl menig senior het afdankertje van kinderen of kleinkinderen krijgt. De app was van tevoren niet goed genoeg getest, kwam op de markt en werkte dus niet op alle mobiele telefoons.’ Stijnman vindt dat de mensen waarvoor iets wordt bedacht mee moeten worden genomen in de ontwikkeling. ‘Neem alle groepen die je wilt bereiken daarin mee. Is iets leesbaar als je niet goed ziet of kun je tekst op een website afspelen? Is de taal begrijpelijk voor mensen die laaggeletterd zijn? En noem zo maar op. Dat is veel breder dan de groep senioren. Betrek dus ook nieuwe Nederlanders en personen met een (verstandelijke) beperking in de voorfase van de productontwikkeling.’