Lentekriebelweek in teken online weerbaarheid

Deze week is de Week van de Lentekriebels! Scholen voor basis- en speciaal onderwijs besteden dan aandacht aan weerbaarheid, relaties en seksualiteit. Het project wordt georganiseerd door expertisecentrum Rutgers en de regionale GGD'en. Doel is kinderen te ondersteunen bij een gezonde en veilige ontwikkeling, positief zelfbeeld en respectvol gedrag. Scholen kiezen zelf of ze hieraan mee doen en hoe ze de week inrichten.

Vorig jaar was er veel ophef rondom de Week van de Lentekriebels. Er werd nepnieuws verspreid over de inhoud van de lessen, waardoor onrust ontstond onder ouders. Critici stelden dat leerlingen te jong zouden zijn om het over seksualiteit te hebben.

Nieuwsgierig

Elsbeth Reitzema, expert seksuele vorming bij Rutgers, legt uit dat relationele en seksuele vorming onderdeel is van de algemene ontwikkeling van kinderen. ‘Kinderen zijn nieuwsgierig naar verschillende aspecten van relaties en seksualiteit, passend bij hun leeftijd. We leren ze dat ze daar vragen over mogen stellen. Zo zijn 4- tot 6 jarigen benieuwd naar waar baby’s vandaan komen en vragen kinderen van 9 tot 12 naar verliefdheid en pubertijd’. Ze vertelt dat relationele en seksuele vorming op de basisschool vooral gaat over het lichaam en de verschillen en overeenkomsten tussen jongens en meisjes, vriendschappen, verliefdheid en het communiceren en respecteren van wensen en grenzen.

Online weerbaarheid

Het thema van de Week is dit jaar Weerbaar Online. Reitzema: ‘Kinderen moeten zich veilig voelen om met ouders en school te praten als ze online iets tegenkomen waar ze van schrikken’. Rutgers heeft daarom, in samenwerking met Offlimits, een handleiding gemaakt voor scholen over hoe je lesgeeft over online weerbaarheid. Reitzema: ‘Bijvoorbeeld door kinderen te leren omgaan met onrealistische en geseksualiseerde beelden online. Deze kunnen namelijk een negatieve invloed hebben op hun zelf- en lichaamsbeeld.’

Houvast

Dit jaar wordt de Week van de Lentekriebels voor de negentiende keer gehouden. Veertig procent van de scholen doet mee. Reitzema hoort van ze terug dat het fijn is om aandacht voor relationele en seksuele vorming een vaste plek te geven in de jaarplanning. ‘Het biedt ruimte om samen met het team een visie op te stellen waarom de school deze lessen belangrijk vindt, het team te trainen en lesmateriaal te kiezen dat past bij de visie van de school. Daar heb je als leerkracht houvast aan. Ook bij het duidelijk en transparant beantwoorden van vragen van ouders’.

Ouders meenemen

Het is volgens Reitzema sowieso belangrijk om ouders van te voren goed te informeren over wat voor lessen er op school worden gegeven. ‘Ouders zijn de primaire opvoeders en spelen een belangrijke rol in de seksuele opvoeding. Kinderen stellen thuis waarschijnlijk ook vragen. Het is belangrijk dat ouders hierop voorbereid zijn en ook hun eigen visie, normen en waarden kunnen meegeven.’ Speciaal voor ouders heeft Rutgers een website ontwikkeld: seksueleopvoeding.info.