Wat maakt werken in de publieke sector zo aantrekkelijk?

Ondanks het groeiende personeelstekort zijn er gelukkig nog genoeg leraren met een passie voor hun vak. Zoveel passie dat ze zich soms laten omscholen vanuit een ander vakgebied, om als zij-instromer hun droom waar te maken. Drie leraren over waarom lesgeven zo’n mooi beroep is en wat hun drijfveren zijn.

Dick Doorn (51), Landstede Groep, afdeling Veilig & Beschermd, Zwolle, docent Wet- en regelgeving

‘Ik kan ze iets bijbrengen wat ze niet uit een boekje halen’

foto: Ruben Schipper

‘Ik werk al dertien jaar met plezier in het mbo bij de Landstede Groep in Zwolle waar ik les geef over alles wat met uniform en veiligheid te maken heeft. Hiervoor werkte ik in de beveiligingsbranche als beveiliger en later als teamleider. Door stagiaires op het werk ben ik gaan nadenken over een combinatie van mijn vak met het onderwijs. Na twintig jaar in de beveiliging gewerkt te hebben, ben ik als zij-instromer mijn onderwijsbevoegdheid gaan halen. Zo liep ik de ene dag in mijn uniform en stond ik de andere voor de klas. Door mijn jarenlange ervaring in de beveiliging kan ik de leerlingen veel bijbrengen over wat ze niet uit een boekje kunnen halen. Je moet als docent wel een passie hebben om met jongeren naar een bepaalde ontwikkeling toe te werken. Dat is niet altijd makkelijk. Maar als ik zie hoe ze binnenkomen als jongens en meisjes en na twee á drie jaar als vakbekwame mannen en vrouwen vertrekken met een diploma op zak, dan is dat zo bevredigend. Je geeft ze iets mee waar ze iets aan hebben voor de rest van hun leven.’

Jo-Ann Scheltinga (48), leerkracht bovenbouw, montessorischool Valkenbos, Den Haag

‘Mooi om ook van de kinderen te kunnen leren’

foto: Henriëtte Guest

‘Na anderhalf jaar voor de kleuters te hebben gestaan, ga ik na de vakantie les geven aan de bovenbouw. Het is een heel groot verschil, maar voor mij wel een leuke uitdaging. Met kleuters ben je veel fysiek bezig, de bovenbouw is veel meer mentaal, daar moet je op een ander vlak uitdagen en begeleiden. Ik ben een grote voorstander van zorgen dat het fijn is voor iedereen in de groep en dat we anderen niet storen in hun omgeving. Doordat mijn duo en ik goed gekeken en ingespeeld hebben op wat de kinderen nodig hebben in onze klas, hebben ze nu een heel sterk fundament en zitten ze lekker in hun vel. In een korte periode kunnen ze heel snel dingen oppakken. Als juf kan je goed die ontwikkeling in de kinderen zien. Ik vind het mooi om daar aan bij te dragen en ook te kunnen leren van de kinderen zelf. Je wordt als leerkracht constant uitgedaagd om kritisch naar jezelf te kijken en het beste uit jezelf te halen. Het is in ieder geval nooit saai!’

Jacquelien Bikker (39), praktijkschool De Noordhoek, Gorinchem, docent Groen onderbouw

‘Ook als docent ben ik nog aan het leren’

foto: Raphaël Drent

‘Als praktijkdocent Groen breng ik de leerlingen alles bij wat met plant en dier te maken heeft. Na een kort stukje theorie gaan we vervolgens binnen of buiten voor de dieren zorgen of onkruid wieden of vegen. Naast een boel boerderijdieren nemen sommige leraren ook hun hond mee naar school. Sommige leerlingen hebben het nodig om tijdens een theorieles een rondje te lopen met een hond. Daar is ruimte voor. Ik heb zelf vijftien jaar in de zorg gewerkt, onder andere op een kinderboerderij waar ik mensen met een beperking begeleidde, tot mijn functie stopte. Mijn huidige positie kwam toen op mijn pad, maar ik was geen docent. Ik heb toen de zij-instroomopleiding van een pabo gevonden en die volg ik nu. Ik heb een assessment gedaan om voor de klas te mogen staan, maar moet nog veel leren. Ik haal voldoening uit de kleine overwinningen die de leerlingen behalen. Er was een leerling ontzettend bang om een konijn te aaien, maar na twee maanden had hij het beest toch in zijn armen! Dat ik hen wat kan bijbrengen, vind ik het allermooiste.’

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in WNL 3 – onderwijs, sept. 2022.