ROC Tilburg omarmt AI - en ook ChatGPT

“Maakt het onderwijs beter én leuker”

Steeds meer studenten gebruiken artificial intelligence (AI), ook in het mbo. Met name ChatGPT is in trek. Mark de Jong, directeur bij ROC Tilburg (school voor Business en Innovatie) vertelt, samen met drie docenten, hoe er op zijn school mee wordt omgegaan. “Wij omarmen het.”

De Jong is deze week bezig met een beleidsstuk over AI, vertelt hij. Of hij dat maakt met behulp van ChatGPT? De directeur van het ROC Tilburg schiet in de lach: “Eerlijk gezegd wel.” Het voelt een beetje ongemakkelijk om dat zo hardop te zeggen, moet hij bekennen. “Maar ik had het er toevallig vanochtend tijdens een vergadering met andere directeuren over, en zij gebruiken het ook allemaal.”

De Jong kan zich nog goed herinneren dat ChatGPT er eind 2022 ineens was. “Ik dacht meteen: gaaf!” In die begintijd was de online tool nog minder bruikbaar dan nu. Het redeneren verliep bijvoorbeeld nog niet zo soepel en de informatie die eruit kwam, bevatte meer fouten. “Je kunt echt zien dat het om een zelflerende tool gaat, hij is in korte termijn enorm vooruitgegaan.”

Herleiden

Ook studenten hadden de AI-bot al snel in de smiezen, weet Roel Mathijssen, docent audiovisuele producties. De vermoedens dat ze het voor werkstukken en huiswerk gebruikten, kwamen destijds al snel. Het is vaak vrij makkelijk te herleiden wanneer ChatGPT is gebruikt, zegt hij. Grinnikend: “Als iemand die normaal gebrekkig Nederlands schrijft ineens met keurige zinnen komt waar niks op aan te merken valt, heb je meteen door dat er iets niet klopt. En als je ChatGPT een beetje kent, herken je ook de taal en de opbouw van de tekst. Die eindigt vaak met een korte samenvatting. Maar het gebeurt ook vaak genoeg dat studenten de letterlijke tekst aanleveren, inclusief de vraag die ze gesteld hebben.”

Discussie

De opkomst van de AI-bot zorgt van het begin af aan voor veel discussie in het onderwijs. Dat was bij ROC Tilburg niet anders. Mathijssen: “In de eerste maanden, toen ChatGPT er net was, was de impuls bij veel collega’s: we moeten het verbieden.” Maar inmiddels zijn er nog maar weinig teamleden die er zo instaan, weet directeur De Jong. “Het is er al, dus we kunnen het niet tegenhouden. Studenten zullen AI blijven gebruiken en het zal ook in de toekomst een rol in hun leven houden. Dus daar kunnen we als opleiding maar beter op inspelen. Wij omarmen het daarom.”

Het is gewoon verrekte handig, bijvoorbeeld om beleidsdocumenten mee op te stellen

Mark de Jong, directeur bij ROC Tilburg

Geert Jan van Ouwendorp, van het practoraat Interactieve Technologie ziet een link met de intrede van de rekenmachine. “Toen die er kwam, was er ook veel ophef over. Moest het verboden worden in de klas? Veel docenten vonden van wel. Maar uiteindelijk stonden ze het gebruik toch toe. Zo gaat het er nu ook aan toe met ChatGPT.”

Impact

Al zal ongetwijfeld impact hebben op het onderwijs, denkt hij. “Dat zal er zeker door veranderen.” Docent Mathijssen denkt dat ook. “Wat mij betreft, wordt het er beter door. Meer passend bij deze tijd”, zegt hij. Zelf behoorde hij overigens nooit tot de groep die tegen was. “Toen ik ChatGPT ontdekte, dacht ik juist: nu wordt het onderwijs eindelijk leuk. Dit is wat ik zelf gewild had, toen ik nog student was.” Hij juicht het toe als studenten en collega’s digitale technologie in het onderwijs gebruiken, inclusief tools als ChatGPT. Dat komt ook omdat Mathijssen als audiovisueel expert al gewend is om met generatieve AI te werken. “In mijn vakgebied valt het inmiddels niet meer weg te denken.”

Vliegwiel

Het mooie is dat binnen de school al een vliegwiel bestaat om nieuwe technologie als AI te integreren, zegt directeur De Jong. Hij doelt op de Kopgroep Interactieve Technologie (KIT), die sinds 2021 bestaat. Dat is een groep enthousiaste collega’s die altijd al aan het experimenteren waren met technologie in de klas, zoals VR-brillen, legt hij uit. “Deze early adopters zijn een aantal uren per week vrij geroosterd om onderwijs met behulp van interactieve technologie te ontwikkelen.” Denk aan VR (Virtual Reality), AR (Augmented Reality), AI (Artificial Intelligence), Serious Gaming, Robots en Avatars. “Zo vernieuwen we ons onderwijs, en maken we het effectiever én leuker”, zegt Mathijssen die deel uitmaakt van de kopgroep. “Naast het ontwikkelen proberen wij ook de collega’s op de werkvloer te motiveren om de technologie in te zetten in de klas. En we leren hen hoe ze het kunnen gebruiken.”

Creatieve vrijplaats

De unit maakt onderdeel uit van het practoraat Interactieve Technologie (PIT), legt practor Van Ouwendorp uit. Bijzonder is dat deze onderdelen zich op een andere locatie dan de school bevinden. “We zijn gevestigd in MindLabs. Dat is een creatieve vrijplaats, vlakbij het centraal station waarin niet alleen ROC Tilburg is vertegenwoordigd, maar ook Fontys Hogeschool, Tilburg University en het bedrijfsleven. We zoeken soms ook de samenwerking op met de andere partners. Zo proberen we om, buiten de waan van de dag, het onderwijs te verbeteren en te vernieuwen, met inzet van moderne technologie.”

Kenmerkend is dat ook de studenten worden betrokken bij de onderwijsontwikkeling. Van Ouwendorp: “Zij bouwen mee aan de producten en we betrekken hen bij de onderzoeksfase. Het voordeel is dat we op deze manier de technologie meteen kunnen realiseren, inclusief het testen en doorontwikkelen. En het sluit mooi aan bij onze visie op onderwijs. De studenten passen in de praktijk toe wat ze leren en ze hebben invloed op het onderwijs zelf.”

Simulaties

Inmiddels zijn er verschillende VR- en AR-toepassingen gemaakt die ondersteuning bieden bij lessen in het mbo. Dat gaat onder meer om 360°-video’s om situaties uit het werkveld te simuleren in de klas. Van Ouwendorp: “En we hebben Avatar-animaties, podcasts en interactieve video’s ontwikkeld, die studenten helpen bij de voorbereiding op hun examens. Zo hebben we met behulp van de tool HIHAHO interactieve video’s ontworpen om gesprekstechnieken te oefenen.”

Het vraagt om een andere manier van lesgeven, waarin je het integreert

Roel Mathijssen, docent audiovisuele producties bij ROC Tilburg

Mathijssen vult aan: “Onze studenten hebben daarvoor samengewerkt met het hbo. Daar is het stappenplan van de video bedacht en onze studenten hebben het uitgevoerd.” De video wordt in de lessen gebruikt. Denk aan het oefenen van een boze klant aan de balie. “Het gaat om een gepersonaliseerd programma, waarmee alle facetten van een gesprek geoefend kunnen worden, zoals het her- en erkennen van emoties en het laten uitpraten. We kunnen ook een trainingsacteur voor dat soort lessen inhuren, maar de tijd om te oefenen is dan veel beperkter. Met een gepersonaliseerde interactieve tool kan een student in alle veiligheid net zo lang nemen als nodig is, in eigen tempo.”

Procestechniek

Of neem de procestechniek waarbij studenten leren omgaan met complexe installaties. Van Ouwendorp: “Daarvoor hebben we 360°-simulatievideo’s ontwikkeld. Je kunt ook op een fysieke werkplaats met studenten oefenen, maar het nadeel daarvan is dat slechts een enkeling dan aan de beurt komt. De rest kijkt toe. De oefentijd is heel beperkt. Door virtueel te oefenen in de simulaties, kunnen studenten veel meer ‘vlieguren’ maken. Het voordeel is ook dat ze dit soort programma’s zelfstandig kunnen doorlopen en dat er daardoor tijd overblijft voor de docent om hen op een hoger niveau te begeleiden.”

Bedrijfsleven

Ook het bedrijfsleven is aangesloten bij de projecten, legt Wim van der Maas uit, mbo-programmamanager bij MindLabs. “De toepassingen die we maken, zijn vaak ook handig voor het werkveld zelf.” Een project dat net is afgerond, betreft het gebruik van sensoring in de zorg, vertelt hij. “Dat was op verzoek van een thuiszorginstelling. De zorg kent grote personeelstekorten, terwijl de zorgvraag toeneemt als gevolg van de vergrijzing. Mensen zullen steeds langer thuis blijven wonen. In een onderwijsprogramma van tien weken hebben onze studenten onderzocht hoe de inzet van technologie de thuiszorg kan ondersteunen. Dat programma is begeleid door studenten van de TU, die hebben geholpen met de opzet van het project en de onderzoeksvragen. Heel leerzaam voor onze studenten, omdat zij zo het werkveld leren kennen, waarin ze straks terechtkomen.”

ChatGPT

Bij de integratie van nieuwe technologie is het belangrijk dat de collega’s op de werkvloer erin meegenomen worden, zegt Mathijssen. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor het gebruik van ChatGPT. “Ik vind het een leuke uitdaging om collega’s ermee te inspireren en hen de drempel over te helpen.” Vaak krijgt hij over de AI-bot te horen: het is zo ingewikkeld. “Maar het is juist een heel makkelijke en toegankelijke tool.” Collega’s zijn soms ook angstig voor baanverlies door de AI-bot, merkt hij. “Maar ik zeg altijd: je hoeft niet bang te zijn dat je je baan kwijtraakt door AI, het gevaar zit ‘m eerder in dat je je baan kwijtraakt aan iemand die het wel gebruikt.”

Ontlasten

Ook De Jong motiveert zijn team om de AI-bot in te zetten voor de eigen taken. “Je kunt jezelf ermee ontlasten, probeer ik voor te houden.” Zelf werkt hij er ook steeds meer mee, zegt hij. “Het is gewoon verrekte handig, bijvoorbeeld om beleidsdocumenten mee op te stellen. Maar ook bij het maken van een nieuwsbrief gebruik ik het, in de voorbereiding op een moeilijk gesprek, het opstellen van een e-mail, of om een vraag te stellen. De mogelijkheden zijn heel divers.”

Zo zet Mathijssen de ChatGPT tegenwoordig ook in bij oudergesprekken. “Ik gebruik het als tolk. Dat is heel handig wanneer de ouders de taal niet spreken. Voorheen liet ik de student het gesprek met hen vertalen.” Lachend: “Maar je weet nooit zeker of hij ook echt overbrengt wat je wil, zeker als het om een minder leuke boodschap gaat.”

Lesideeën

Steeds meer collega’s staan inmiddels open voor het gebruik van ChatGPT, constateert hij. “Ik krijg eindeloos veel vragen over de mogelijkheden en is er veel interesse voor de workshops die ik geef over ChatGPT. De ethische aspecten schrikken sommigen nog af. Maar daarover moeten we het gesprek met elkaar voeren.” Docenten die het eenmaal gebruiken, willen niet anders meer, weet Mathijssen. “Denk aan lesvoorbereidingen, lesideeën en de toetsing. Ze zien dat het hen veel tijd scheelt, dat het goed werkt en creatieve oplossingen biedt. Laatst was er een collega die al veertig jaar in het vak zit en er heel kritisch in stond. Die is nu helemaal om en heeft het omarmd. Prachtig als zo’n docent kantelt en een enthousiast gebruiker wordt.”

Gepersonaliseerd

Ook voor studenten ziet Mathijssen toegevoegde waarde in het gebruik. “De antwoorden van ChatGPT leiden vaak tot verdieping en nieuwe inzichten.” Daarnaast biedt het veel kansen voor gepersonaliseerd leren. Dat vindt ook De Jong. “Het vergroot de mogelijkheden voor het kunnen ontwikkelen op eigen niveau, in eigen tempo. Ook wat betreft de toetsing. Daarnaast kan het helpen bij het bepalen van de leeruitkomsten, het maken van analyses over de leervragen en het gericht aanbieden van oplossingen.” Voor mbo’ers, die erom bekend staan vooral doeners te zijn, kan de AI-bot bovendien de kansengelijkheid vergroten, verwacht Van Ouwendorp. “Stel je bent niet goed in schrijven, dat kun je dan mooi uitbesteden aan ChatGPT.”

Keerzijde

De online tool heeft ook een keerzijde. “Natuurlijk is het belangrijk daarvoor de ogen niet te sluiten”, zegt De Jong. Hoe ga je als school bijvoorbeeld om met het oneigenlijk gebruik van de tool? Zo bestaan er al apps, waarmee je een foto van een tentamen kan maken, waarna alle antwoorden er binnen paar seconden uitrollen. Van Ouwendorp: “Sommige collega’s zeggen: we moeten geheimhouden wat je er allemaal meekan.” Maar dat is niet de goede houding, vindt hij. “We moeten er juist open over zijn en studenten leren hoe ze er bewust mee kunnen omgaan.” Dat is ook de mening van Mathijssen. “Als ik merk dat studenten het hebben gebruikt voor een opdracht, ga ik altijd met ze in gesprek en laat ik hen de werkwijze onderbouwen. Welke vragen hebben ze gesteld? En waarom? Wat hebben ze ervan geleerd? Ook geef ik tips over hoe ze het constructiever en effectiever kunnen inzetten. Het is belangrijk dat we hen leren op een goede, verantwoorde manier ermee om te gaan.”

Het is lastig er beleid op te maken. Daarvoor hebben we nog onvoldoende overzicht

Mark de Jong, directeur bij ROC Tilburg

21th century skills

“We zullen ons onderwijs erop moeten aanpassen”, meent Mathijssen. “Het vraagt om een andere manier van lesgeven, waarin je het integreert. Meer gericht op het idee van de 21th century skills.” Dat denkt ook De Jong: “De digitale vaardigheden worden belangrijker.” De rol van docenten zal erdoor veranderen, verwacht de directeur. “Die zal meer coachend worden en minder gericht op het zenden van vakinhoudelijke kennis. Die ontwikkeling was al aan de gang, maar de opkomst van AI, en met name ChatGPT, heeft dat versneld.”

Lesmodule AI

Het is niet alleen belangrijk dat we studenten leren hoe ze een AI-bot als ChatGPT praktisch kunnen gebruiken, maar ook hoe ze de informatie moeten interpreteren, meent hij. “Dat vraagt om een kritische houding. Daar zullen we hen op moeten trainen.” Dat geldt ook voor het omgaan met privacygevoelige informatie. De Jong: “Datalekken zijn een gevaar bij het gebruik van ChatGPT. Studenten die bijvoorbeeld stagelopen bij bedrijven, moeten weten wat ze wel en niet in documenten kunnen opnemen die ze ermee maken. Vanaf volgend schooljaar gaan we daarom een lesmodule in het curriculum opnemen over technologie en het omgaan met AI. Dat wordt een module van tien weken.”

Veel vragen

De ontwikkelingen met AI gaan razendsnel, constateert De Jong. “Dat stelt ons voor de nodige vragen. We leiden bijvoorbeeld op voor beroepen die over een tijdje wellicht niet meer bestaan. Denk aan administratieve banen, maar ook een vak als webdeveloper zal veranderen. Hoe gaan we daarmee om, in de weet dat AI een groot deel van het werk straks kan overnemen? Dat geldt ook voor vormgeving en webdesign. In een Adobepakket zit tegenwoordig standaard een AI-integratie. Een affiche ontwerpen kun je nu al feilloos uitbesteden aan die tool. Ook komen er nieuwe beroepen bij, zoals een prompt engineer of interactive designer. Allemaal zaken waar we op moeten inspelen met elkaar.”

Beleid

Het is ook lastig om beleid te maken op het gebruik van generatieve AI in het onderwijs, zoals ChatGPT, zegt De Jong. “Daarvoor hebben we nog onvoldoende overzicht. We weten niet waar het heen gaat met de ontwikkelingen en hoe snel het gaat. Het is heel abstract. Zelfs algemene protocollen en richtlijnen opstellen met betrekking tot de ethiek is een uitdaging. Dat komt ook omdat we als mbo-instelling heel breed opleiden. In de ene sector zal AI een heel andere rol gaan innemen dan in de andere. Voor het bankwezen gelden bijvoorbeeld andere uitgangspunten dan voor de bouw of horeca. In ons onderwijs moeten we daarmee rekening houden. Dat vraagt om sectorspecifieke afspraken. En hoe borgen we de kennis en vaardigheden, ook in de toetsing? Met de examencommissie denken we daar nu over na. Het zijn bijzondere tijden wat dat betreft, al zie ik het vooral als een interessante ontdekkingsreis.”