Zorgen over veiligheid leraren bij heropenen VO/MBO



[caption id="attachment_19156" align="alignleft" width="450"] Arie Kievit[/caption]



Scholen in het voortgezet onderwijs en mbo zijn weer open. Vanaf deze week kunnen leerlingen weer minimaal een dag in de week fysiek les volgen. Tijdens de lockdown mochten alleen  eindexamenleerlingen- en leerlingen met praktijkvakken naar school komen. Met deze kleinere groep was makkelijker rekening te houden, hoe dat nu moet is niet overal duidelijk.
tekst: Céline van Haperen

Basisscholen gingen hen al drie weken geleden voor. De maatregel is volgens het Outbreak Management Team ‘veilig en verantwoord’ zolang iedereen zich aan de anderhalvemeterregel houdt. Dat lijkt alleen nog wel eens een uitdaging te zijn. Dirk Franssens, voorzitter van de sectorgroep Voortgezet Onderwijs van CNV Onderwijs en docent economie en bedrijfseconomie havo/vwo op het Schaersvoorde College in Aalten, vertelt: ‘Ik heb zelf niet het idee dat het veilig genoeg is, daar maak ik me zorgen over. Ik hoor nog niks over de veiligheid voor leraren.’

Lastig


De school van Franssens is vanaf volgende week deels open: ‘Er is niet veel bekend, er wordt gesproken over in koppels werken. Dus leerlingen aan elkaar toewijzen. Maar dan is de anderhalvemeter afstand waarborgen nog steeds lastig, je weet bijvoorbeeld niet wat er in de pauzes gebeurt.’ Daarnaast zijn ook de groepsgroottes een probleem, in een klein lokaal is anderhalvemeter meter afstand met dertig leerlingen onmogelijk. Buiten de lokalen moeten leerlingen nog steeds mondkapjes dragen.

Andere aanpak


Op het Pleincollege Sint-Joris in Eindhoven doen ze het iets anders, vertelt directeur Peter van den Eijnde. Hij vindt het ‘koppeltjesysteem’ zeker risicovol, onder meer voor de leraren die voor de klas staan: ‘We hebben de klassen door drieën gedeeld, een derde van de leerlingen zit op school en twee derde zit thuis. Gemiddeld zitten er tien leerlingen in de klas, maximaal twaalf.’

Vandaag was de eerste ‘draaidag’ en dat was even spannend volgens Van den Eijnde. ‘Er is ondertussen wel  wat expertise opgebouwd in deze situatie. Omdat we de klassen zoveel kleiner hebben gemaakt was het niet veel drukker.’