NPO-gelden primair onderwijs en voortgezet onderwijs
Voor het Nationaal Programma Onderwijs in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs moet iedere school eerst drie voorbereidende fases doorlopen: de schoolscan, de keuze van interventies en de vastlegging hiervan in een schoolprogramma.
Met de schoolscan wordt de cognitieve ontwikkeling en de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen in kaart gebracht. Veel scholen hebben al de nodige gegevens voor deze analyse, onder andere vanuit het leerlingvolgsysteem. Aan de hand van de schoolscan kunnen vervolgens voor 2021-2022 interventies worden gekozen uit een door het ministerie opgesteld keuzemenu. Op die menukaart staat een overzicht van alle mogelijkheden, gemeten naar onder andere effectiviteit en het bedrag per leerling.
Veel scholen hebben deze stappen vorig schooljaar al doorlopen, maar CNV Onderwijs raadt scholen aan zich niet te laten opjagen bij het kiezen van passende interventies. Er is geen deadline waarvoor deze interventies bekend moeten zijn. Wel moeten de keuzes uiteindelijk verwerkt worden in het schoolplan. Plannen kunnen ook op een later moment bijgesteld of aangevuld worden.
Betrokken blijven
Bij het opstellen van een schoolprogramma is betrokkenheid nodig van de schoolleider, MR en het gehele team (onderwijzend – en onderwijsondersteunend personeel). Het proces is goed vergelijkbaar met dat voor een werkverdelingsplan. In deze infographics zie je links de procedure voor het werkverdelingsplan en rechts de (mogelijke) procedure voor een schoolprogramma.
Wil je weten hóe jij en je collega’s het schoolprogramma kunnen vormgeven? Die informatie vind je in deze infographic van het ministerie en sociale partners (waaronder CNV Onderwijs).
Aan de slag met het Nationaal Programma Onderwijs
Rol medezeggenschapsraad
De medezeggenschapsraad (MR) heeft altijd instemmingsrecht bij de vaststelling van het schoolprogramma en controleert of de procedure goed is doorlopen en of iedereen in de school voldoende betrokken is.
Word jij of jouw hele team of MR, niet voldoende betrokken in dit proces of heb je onvoldoende invloed gehad op de keuzes die zijn gemaakt voor het schoolprogramma? Dan kun je de NPO- helpdesk bellen (0800 - 4240424). CNV Onderwijs werkt mee om te zorgen dat onderwijspersoneel dat met een dergelijk signaal contact opneemt, zo goed mogelijk wordt geholpen.
Wanneer blijkt dat de medezeggenschapsraad onvoldoende betrokken is, dan kan de MR alsnog zijn rol pakken (ook na de zomervakantie), aangezien de raad instemmingsrecht heeft op het NPO‑schoolprogramma, dat onderdeel is van het schoolplan. Het bestuur/de schoolleiding is dus verplicht om hen hierin te betrekken. De MR toetst daarbij niet alleen de inhoud van het plan, maar ook of het team voldoende is betrokken bij het opstellen ervan.
NPO-gelden middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs
De komende jaren gaan er naast het funderend onderwijs, ook miljoenen naar het mbo, hbo en wo. Het herstelprogramma voor mbo en hoger onderwijs is gericht op de aanpak van coronavertragingen op korte termijn en verbetering van studentenwelzijn.
Ook hier beslissen instellingen zelf waaraan het geld wordt besteed.
Voor een effectieve en doelmatige besteding van de NPO-middelen heeft de overheid aan de hand van zes thema’s een ‘Keuzelijst met acties’ opgesteld. Op deze keuzelijst staan acties die zich in de praktijk al bewezen hebben en/of die wetenschappelijk onderbouwd zijn.
De NPO-middelen kunnen worden gebruikt voor:
- Soepele in- en doorstroom in mbo/hbo/wo.
- Welzijn studenten en sociale binding met de opleiding in mbo/hbo/wo
- Ondersteuning en begeleiding stages in mbo/hbo
- Ondersteuning en begeleiding van coschappen in wo
- Aanvullende acties voor stage en opleiding voor lerarenopleidingen in hbo/wo
- Aanpak jeugdwerkloosheid in mbo
Betrokken blijven en rol medezeggenschap
Elke instelling legt de ideeën voor de besteding van de NPO-middelen vast in een plan. Dit plan is onderdeel van de jaarlijkse begroting op hoofdlijnen en valt daarmee onder het instemmingsrecht van de centrale medezeggenschap. Het medezeggenschapsorgaan van de instelling beslist dus mee over de besteding van de NPO-middelen. Ook als er een substantiële wijziging is in de voorgenomen bestedingen, moet het instellingsbestuur afstemmen met de centrale medezeggenschap.
In het bestuursakkoord staat echter ook dat met het oog op de gewenste snelle besteding van deze middelen, de medezeggenschap ook op een ander moment dan bij vaststelling van de hoofdlijnen van de begroting instemming op het plan kan worden gevraagd.
Heb je vragen?
Vragen over het Nationaal Programma Onderwijs of behoefte aan advies? Bel gratis, op werkdagen tussen 10:00 en 16:00 uur, naar de OCW-helpdesk van het NP Onderwijs: (0800) 4240424.