Waardering voor de publieke professional

Werken in het onderwijs kan knap zwaar zijn. Door het groeiende lerarentekort is het vaak ook nog hard aanpoten. Een flinke dosis passie is het bijna niet vol te houden. Of wel? Waar doen ze het voor? Wat zijn de mooiste momenten waar ze op terugkijken en waar zijn ze echt trots op? Vijf onderwijsprofessionals aan het woord.

‘De overwinning is als ze er plezier in krijgen’

Michiel Tange (37), directeur en wiskundeleraar Penta Rozenburg in Rozenburg

Voortgezet onderwijs

foto: Arie Kievit

‘Ik vind het prachtig om iets voor een leerling te kunnen betekenen. Om een leerling die moeite heeft met wiskunde te kunnen begeleiden. De overwinning is niet zozeer als ze het vak behalen, maar als ze een succesverhaal hebben en er plezier in krijgen. Ik kwam er al snel achter dat ik meer wilde betekenen voor het onderwijs en ben zodoende directeur geworden. Ik vind het belangrijk dat onze leraren het onderwijs leuk maken. Ze gaan naar buiten met de leerlingen en leggen de link naar de praktijk, ze krijgen ze actief en vertellen niet slechts droge stof. De winst is zo groot als de leerlingen het leerproces voor zich kunnen zien. Ik denk dat ik de meeste namen van de leerlingen ken. Dat is op een grote school onmogelijk, maar dat is ook wel weer de kracht van onze school. We zijn kleinschalig en kunnen echt naar elkaar omkijken. Zo komen oud-leerlingen soms wel twee tot drie keer per jaar langs om te vertellen hoe het gaat. Dan ben ik wel trots, want dan doen we klaarblijkelijk iets goed.’

'Dat ze door mijn hulp verder kunnen vind ik mooi’

Lisa Fiddelers (25), docent Engels (VAVO) op het Koning Willem I College in ’s Hertogenbosch

MBO

foto: Bert Beelen

‘Mijn leerlingen bereid ik voor op het centraal eindexamen Engels, maar ik probeer ze ook wat mee te geven van de maatschappij. Ik doe dit werk echt voor de leerlingen. Een mentor-leerling van mij is heel ziek geweest, maar studeert dit jaar toch gewoon cum laude af en gaat naar de universiteit. En een Syrische leerling die zes jaar geleden aankwam in Nederland en geen Nederlands of Engels kon, gaat nu vwo doen. Dat hadden ze niet durven dromen. Dat ze door mijn hulp verder kunnen, vind ik mooi. Om mijn bevoegdheid te halen heb ik een flink geldbedrag moeten lenen. En dat tijdens een lerarentekort. Het zou mooi zijn als een tweede master weer gratis aangeboden wordt om de stap naar docent worden toegankelijker te maken. In de toekomst zou ik graag jongeren die ziek of depressief zijn persoonlijk willen begeleiden. Ik denk dat mij dat ligt. Ik ben onwijs trots dat mijn leerlingen mij ook vertrouwen met mooie gesprekken over religie en politiek. En dat ze hun dromen delen over wat ze allemaal willen veranderen en waar ze in geloven.’

‘Ze zien hun kind weer terug’

Niels Goedegebuur (36), directeur op SO De Zonnehoek in Apeldoorn

Speciaal onderwijs

foto: Maarten Sprangh

‘Toen ik op deze school met moeilijk lerende kinderen kwam te werken, raakte ik verknocht aan de doelgroep. Deze leerlingen zijn kwetsbaar en kunnen niet vanzelfsprekend meekomen in de maatschappij, soms helemaal niet. Het is continu zoeken naar passend aanbod en het geeft des te meer voldoening als dat met deze groep lukt. Als directeur wil ik graag affiniteit houden met wat haalbaar is in de klas. En dus sta ik ze bij het hek te verwelkomen, loop ik klassen in en pas geleden heb ik de oudste twee groepen uitgenodigd op mijn kantoor. Dan zie je de kinderen nog net niet opstijgen van geluk, omdat ze het gaaf vinden in de ruimte te zijn waar ik werk. Een maand geleden hadden we een open dag en een oma van een van de leerlingen zei dat ze sinds een aantal jaar haar kleinkind weer terugziet. Daar doe je het voor. De familie ziet het kind weer terug en wij zien een kind dat met plezier en een veilig gevoel naar school komt. En dan komt de ontwikkeling daarin vanzelf.’

‘De leerling moet zijn eigen pad bewandelen’

Marieke Bisschop (34), leerkracht groep 3/4 op KBS De Horizon in Breda/ondersteuner voor de leerkrachten met NPO-gelden

Primair onderwijs

foto: Erald van der Aa

‘Het kabinet heeft geld vrijgemaakt voor het onderwijs om leerachterstanden uit de coronatijd in te halen. Daardoor kan ik ondersteuner zijn voor groep 3/4. Bij ons is dat ook voor kinderen die juist voorop lopen. Ik neem de leerlingen individueel of in kleine groepjes mee om met hen te werken. Veel kinderen lopen vast en denken dat ze het niet kunnen, omdat ze veel fouten maken. Ik help ze om te bedenken wat ze nodig hebben en wat ze al wel kunnen. Het zijn de mooiste momenten als leerlingen die ergens tegenaan lopen, het na een rustige uitleg en tekening ook echt snappen. Ik maak dan wel het pad als begeleider, maar de leerling moet het pad bewandelen en komt dan heuvels en dalen tegen waar ze harder moeten werken of waar het juist goed gaat, en komen zo uiteindelijk bij de top. Ik vind het bijzonder om met ze te werken en om bij te dragen aan de ontwikkeling van het kind. Jij vormt als leraar tenslotte de basis om een kind verder te helpen.’

‘Elke student moet ondersteuning krijgen als het alleen niet lukt’

Albertine de Haan (44), ondersteunend onderzoeker/docent op Hogeschool Windesheim

Hbpo

foto: Ruben Schipper

'Ik vind het belangrijk dat elke student mee kan komen en laagdrempelige ondersteuning krijgt van de hogeschool om weer hun eigen studie op te pakken, mochten ze daarin vastlopen. Daar helpt psychomotorische therapie (PMT) bij. Op de Hogeschool Windesheim zijn er studenten die hierin trainingen geven aan andere studenten. Als ondersteunend onderzoeker onderzoek ik de effectiviteit van de trainingen. Ik bespreek de uitkomsten van de vragenlijsten met de studenten en dat proces begeleid ik. Ik vind het inspirerend om onderzoek en onderwijs te verbinden met de praktijk. Ik begeleid ook afstudeerscripties van vierdejaars. Ik vind het heel leuk dat ze ook enthousiast worden over onderzoek en merken dat het kan bijdragen aan de kwaliteit van de praktijkvoering. In het begin van het jaar wisten ze niet goed hoe ze de vragenlijsten moesten interpreteren. Ze vonden ze het lastig om in te vullen, maar nu vinden ze het leuk om te doen en handig vinden ze het behulpzaam voor de training die ze geven. Daar ben ik trots op en het is mooi om te zien dat daar een verschuiving in is.'

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in WNL 2 – onderwijs, juni 2022.