Musea luiden de noodklok: ‘Ons nog verder uitkleden, leidt tot culturele schaarste’

Sinds corona gaat het niet goed met de Nederlandse musea. Bezoekersaantallen zijn dramatisch gekelderd, inkomsten uit museumwinkel en zaalverhuur idem dito. Nu links en rechts ook subsidies wegvallen, wordt het nijpend. Bijna een kwart van alle musea vreest voor zijn voortbestaan. Niet alleen de kleintjes, ook de grote spelers.

Joost Veldt, bestuurder Zorg & Welzijn, nam begin dit jaar de cao musea over van zijn collega Gabriëlla Huisman. Een dossier waar hij geen grote problemen hoefde te verwachten, zo kreeg hij te horen. De museale sector is er normaliter een die redelijk rustig voortkabbelt met weinig personeelswisselingen. Althans, zo was het vóór Covid-19. Maar het coronavirus heeft ook de Nederlandse museumwereld in een woeste storm gebracht, waarvan het einde nog lang niet in zicht is. Voor de vakbondsman geldt dat het een allesbehalve rustige portefeuille is gebleken. Neem alleen al de bezoekersaantallen. Deze zijn sinds corona nog maar een schim van wat ze daarvoor waren. Musea krijgen dit jaar bijna 24 miljoen bezoekers minder over de vloer, schat de Museumvereniging in – de brancheorganisatie met wie CNV in nauw contact staat. Vorig jaar ging het om 32,7 miljoen bezoekers, daar blijven nu nog 8,7 miljoen van over.

Vrees voortbestaan

‘Dat levert acuut problemen op, omdat het de bijl zet in de stam van hun verdienmodel: de losse kaartverkoop aangevuld met inkomsten uit de horeca, museumwinkel en zaalverhuur’, aldus Veldt. ‘De cijfers spreken voor zich. Musea lopen ten opzichte van 2019 zo'n €300 miljoen aan eigen inkomsten mis. Omdat de musea niet hetzelfde aantal mensen kan ontvangen als eerst en een aantal maanden zelfs helemaal gesloten moest blijven, is het voor veel organisaties moeilijk om de doorlopende kosten te betalen. Zo’n honderd musea, ongeveer een kwart van het totaal, vreest voor hun voortbestaan. Daarbij krijgen musea over de hele linie minder subsidie van de landelijke en lokale overheid’, vervolgt hij. ‘Bovendien kunnen lang niet alle musea gebruik maken van het huidige noodpakket van het kabinet.’

Rug tegen de muur

Hoewel veel subsidies ook voor corona al onder druk stonden, is het extra wrang dat het aantal museumbezoeken de afgelopen jaren juist in de lift zat, met name dankzij een toename van buitenlandse toeristen. Bezoekers die, anders dan Nederlandse dagjesmensen, meestal ook nog wel een souvenir meenemen uit de museumwinkel. Veel musea zaten in een groeisituatie, waardoor ze de kans schoon zagen extra te investeren in (dure) exposities, renovatie of nieuwbouw. Maar aan die trend is door corona abrupt een einde gekomen. Vooral zij staan nu met de rug tegen de muur. Want hoe ga je zo’n investering terugverdienen wanneer er amper nog bezoekers zijn en je van de ene op de andere dag de helft van je subsidie ziet verdampen?

Nauwelijks inkomsten

Eén van die pechvogels is Boijmans Van Beuningen. Het verouderde Rotterdamse museum, dat al jaren kampte met wateroverlast en vol asbest zit, draaide de deur begin 2019 voor zeven jaar op het slot om voor ruim €220 miljoen te worden gerenoveerd en vernieuwd.

Tegelijk verrijst een paar honderd meter verder hun nieuwe depot. Een enorme spiegelende nieuwbouwkolos waar de 151.000 kunstwerken tellende collectie van het museum op z’n vroegst pas over tien maanden weer publiekelijk toegankelijk zal zijn. Dat het museum in de tussentijd nauwelijks inkomsten genereert uit kaartverkoop en overige activiteiten, was reeds ingecalculeerd. Het schrappen van bijna €2 miljoen aan gemeentesubsidies tot 2024, zoals onlangs door de raad bekend gemaakt, was dat niet.

Zakelijk directeur Ina Klaassen heeft er ‘buikpijn’ van. En ze begrijpt de beslissing ook niet zo goed. ‘We hadden onze organisatie al teruggesnoeid tot de kern. Dus het is niet zo dat we deze periode onnodig veel personeel op de loonlijst hebben staan. Dat de gemeente dan alsnog besluit ons zó stevig te korten, terwijl ze weten dat we tijdelijk geen geld maken (en nota bene zelf betrokken en deels verantwoordelijk zijn voor de renovatie en nieuwbouw) is een vreemde gewaarwording.’

Sociaal plan

Het betekent voor Boijmans Van Beuningen dat nog eens tien fte moet worden geschrapt, bovenop de 36 fte in mei 2019. Het museum houdt daardoor nog slechts ongeveer de helft van het aantal medewerkers over.

Klaassen: ‘Dat is nu direct nog niet een groot probleem. Of eigenlijk wel, omdat de korting loopt tot 2024 en ons depot (dan feitelijk hét museum) september 2021 de deuren opent. Juist nú is het moment om personeel te werven en mensen met de nodige expertise aan ons te binden, desnoods de mensen die we eerder hebben moeten laten gaan. Maar hoe doe je dat wanneer je ze feitelijk niets kunt bieden? Wat direct de vraag opwerpt: kúnnen we straks überhaupt wel open gaan?’

Joost Veldt ziet de worsteling bij meerdere museumdirecteuren. ‘Het liefste willen ze niemand kwijt. Maar aan gedwongen ontslagen, de mensen met een tijdelijk contract als eerst, ontkomt momenteel niemand. ‘Als vakbond is het onze taak om ook voor deze mensen een goed sociaal plan te regelen, en daar zorgen we ook voor. Maar tegelijk doen we een dringend beroep op het Rijk en gemeenten: geef ook deze sector, net als de KLM of andere grote internationals, een vangnet dat hen van de ondergang redt. Ook voor de maatschappij als geheel, want zonder kunst en cultuur gaan we een schrale toekomst tegemoet.’