‘Ik heb een narcistische moeder. Dat weet je als kind niet. Je dealt gewoon met de gezinsdynamiek die er is. Je hebt geen referentiekader. Niemand vertelt jou dat het anders is in andere gezinnen’, vertelt Bianca Verbeek (55). ‘Pas na mijn vijftigste ontdekte ik dat ik te maken had met narcistisch misbruik. Toen ik narcisme serieus ging bestuderen, ging ik me ook afvragen hoe het kon dat ik met zo veel narcisten in aanraking kwam en ook zo lang aan hen bleef plakken. Een ouder, partners, collega’s, werkgevers. De antwoorden vond ik. Met de kennis van nu kan ik alles benoemen en uitleggen.’
Negeren
Verbeek kan iemand met een narcistische persoonlijkheidsstructuur nu feilloos omschrijven. ‘Er zijn ruim veertig verschillende types narcisten, maar ze voldoen allemaal aan minimaal de volgende vier kenmerken: ze zijn manipulatief, hebben geen empathisch vermogen, kennen geen zelfreflectie en hebben geen geweten. Mijn moeder was emotioneel onbereikbaar en erg jaloers. Er werd nooit iets positiefs tegen me gezegd. Een knuffel, “ik hou van je”, “wat goed gedaan”, niks van dat alles. Je komt in een systeem van aantrekken en afstoten terecht. Zolang ik deed wat haar uitkwam, was het goed, als dat niet zo was, werd ik gestraft. Door me bijvoorbeeld dagenlang te negeren. Dat is een hele zware psychologische sanctie, alsof je niet de moeite waard bent om aandacht aan te besteden. Mijn moeder was tegen de buitenwereld altijd heel vleiend en positief over mij, dus wie zou mij geloven? Ik dealde ermee, wist niet beter, vluchtte als paardenmeisje dag en nacht naar de manege. Maar ontwikkelde er wel onzekerheid door. En dan ben je prima voer voor andere narcisten.’