Nog steeds veel onduidelijkheid rondom coronabonus zorgpersoneel

Nieuwe informatie over de éénmalige bonus voor zorgpersoneel dat zich extra heeft ingespannen tijdens de coronacrisis van het ministerie van VWS geeft nog niet veel duidelijkheid. Het ministerie schetst de groep ontvangers van de bonus van 1.000 euro netto als volgt: in dienst zijn dan wel ingehuurd als ZZP-er door zorgaanbieders die uitvoering geven aan de Zorgverzekeringswet, Wet langdurige zorg, Wet maatschappelijke ondersteuning, Wet publieke gezondheid en Jeugdwet en minder dan twee keer modaal (€ 73.000) verdienen bij een voltijd dienstverband (dit is vergelijkbaar met FWG 65 Ziekenhuizen en VVT eindschaal)’. Een aantal andere beroepsgroepen zoals roostermakers, schoonmakers die niet onder de zorgwetgeving vallen en maatschappelijk werkers wordt mogelijk ten onrechte van de bonusregeling uitgesloten.
Anneke Westerlaken, voorzitter CNV Zorg & Welzijn: 'Het ministerie gaat vooralsnog aan bepaalde beroepsgroepen voorbij die zich óók het snot voor de ogen heeft gewerkt. In de regeling is het nog steeds aan werkgevers om te bepalen wie er wel of niet voor de bonus in aanmerking komen. Hier moeten zij wel ruimschoots de mogelijkheden voor krijgen. Dat betekent ook hier de belofte van diepe zakken van de overheid. Ik blijf er overigens bij dat de bonus niet meer dan een opstapje zou moeten zijn naar een structurele loonsverhoging voor al het zorgpersoneel, waarvoor het kabinet in de volgende begroting de ruimte moet scheppen.'

De éénmalige bonus van 1.000 euro, voor zorgpersoneel dat tijdens de eerste coronagolf extra hard heeft gewerkt, is het gevolg van een in maart Kamerbreed aangenomen motie. In september komt er meer duidelijkheid over de bonus.