Nu wettelijk geregeld: professionele zeggenschap

Zeggenschap over zorginhoudelijk beleid en primaire zorgverlening

Op 1 juli ging een nieuw wetsartikel in. Het wetsartikel verankert de zeggenschap van zorgverleners, die zorg verlenen aan cliënten, patiënten en bewoners. Technisch gezien gaat het om een nieuw artikel in de “Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg” (Wkkgz). In die wet geeft het nieuwe artikel 3 een wettelijke basis aan de invloed en zeggenschap van zorgverleners op het zorginhoudelijk beleid, de primaire zorgverlening en daarmee op het vormgeven en verbeteren van de kwaliteit van zorg.

Vertrouwen in medewerkers

Als vakbond vinden we het belangrijk dat zorgmedewerkers meer vertrouwen en professionele ruimte krijgen om hun vak uit te oefenen. We zijn dan ook blij dat deze wet, een initiatiefwet van Ellemeet en Veldman nu van kracht is geworden. De wetgever ziet zeggenschap van zorgverleners als een voorwaarde om tot goede zorg te komen. In deze wet is nu expliciet vastgelegd dat zorgverleners de ruimte krijgen om mee te denken over het inrichten, uitvoeren en verbeteren van de zorg. Zorgverleners zijn in zorginstellingen degenen die het meeste contact hebben met de patiënt of cliënt. Zij hebben de praktijkervaring en lopen als eerste tegen knelpunten aan. Het is van cruciaal belang dat zij die ervaringen kunnen omzetten in verbeteringen voor de organisatie.

Ervaring met werkwijze

Hoe de zorginstellingen ruimte geven aan deze nieuwe wet? Dat zal van organisatie tot organisatie verschillen. Er zijn al organisaties die ervaring hebben opgedaan met zeggenschap op de werkvloer, en die ervaring is doorgaans (zeer) positief. Zo zien we de ontwikkelingen van zeggenschapsstructuren, zoals de inzet van Chief Nursing Officers en Verpleegkundigen en Verzorgende Adviesraden (VVAR) of andere Professionele Adviesraden (PAR).