Tandartsassistenten willen een eigen cao

Als tandartsassistenten het voor het zeggen hadden, was er al lang een eigen cao.
‘Er zijn nu geen basisregels, alleen richtlijnen, en sommige bedrijven geven daar een eigen interpretatie aan,’ vertelt tandartsassistent Lonneke. Om te achterhalen waarom een cao nog meer van belang is, voelde CNV diverse tandartsassistenten aan de tand.
Tekst Nathalie Perez en Romanca van Vuure

Op dit moment is er voor tandartsassistenten enkel een arbeidsvoorwaardenregeling van de beroepsorganisatie KNMT. ‘Er zijn organisaties die zich keurig aan die richtlijnen houden,’ vertelt tandartsassistent Lonneke. ‘Er zijn ook bedrijven die hun eigen interpretatie eraan geven. Ik vind het daarom belangrijk dat er  basisregels zijn. Ik mis duidelijkheid. Sowieso over de salariëring. Omdat richtlijnen niet bindend zijn, kun je er als werkgever gewoon onderuit komen en een lager salaris geven. Dat gebeurt. Want het mag. Een vastgelegd minimum salaris zou beter zijn.’

Salarisschalen


In de arbeidsvoorwaardenregeling staan acht salarisschalen. Voldoende doorgroeimogelijkheden qua salaris, toch? Lonneke: ‘Nou, heb je de hoogste schaal bereikt?
Dan heb je alleen nog inflatiecorrectie. Verder niets. Met de vroegere cao kon je tot vijftien jaar ervaring opbouwen. Elk jaar ging je automatisch een stapje vooruit.
Als je werkgever nu zegt: ‘Nou, ik zie niet zo veel progressie bij jou dit jaar’ en je functioneringsgesprek is niet boven een bepaald cijfer, dan blijf je “hangen”. Bij de grote bedrijven bepaalt dan het management je salaris. Natuurlijk moet er een gesprek plaatsvinden als iemand niet functioneert. Maar als je vijf jaar ervaring hebt, dan hoort daar een passend salaris bij. Heel simpel.’

Wendy is administratief medewerkster en debiteurenbeheerder in een tandartspraktijk. Ook zij vindt de salariëring een belangrijk punt voor de cao: ‘Wij zijn overgenomen en onderdeel geworden van DentConnect. Nu heb ik gehoord dat alle contracten worden vernieuwd. Dit kan betekenen dat je in loon erop achteruitgaat. Terwijl de lonen in de tandheelkunde al jaren niet meer omhoog zijn gegaan. Het wordt tijd dat dit wordt rechtgetrokken.’

Gelijke basis


Volgens Lonneke moet er ook meer duidelijkheid komen over de regels voor overwerk: ‘Als ik met mijn oude cao-contract vijf minuten overwerk na het kwartier “uitlooptijd”, dan krijg ik een kwartier extra uitbetaald. Mijn collega’s zonder cao-contract krijgen maar vijf minuten extra betaald. Dat zorgt voor wrijving. Binnen onze praktijk zijn er een hoop verschillende contracten in plaats van een gelijke basis, die in het voordeel van de werknemer werkt. Nu is het vaak in het voordeel van de werkgever. Zo heb ik vaste werkdagen en uren. Mijn collega’s, zonder cao-contract, hebben een contract voor dertig uur. Is er bijvoorbeeld op maandag een tandarts niet? Dan is er een assistent te veel. Dan kan er tegen zo’n collega worden gezegd: “Kom vrijdag maar weer terug.” Laat die cao dus maar snel komen. Dan is er geen discussie meer.’ Tandartsassistent Janneke is het daarmee eens: ‘Doordat de vorige cao in 2004 is “afgekapt”, zijn er nu onredelijke en oneerlijke verschillen in arbeidsvoorwaarden ontstaan tussen oude en nieuwe werknemers.’

Met de rug tegen de muur


Lonneke: ‘Van andere assistenten hoor ik dezelfde geluiden. Net als bij ons gaat het hen voor-al om het salaris en de voorwaarden voor bijvoorbeeld overwerk. Ik krijg voor overuren 125 procent uitbetaald. Bij mijn collega’s worden deze uren als leeruren gezien. Zij krijgen maar 100 procent uitbetaald. Intussen staan ze wel in hun vrije tijd te werken om de werkgever tegemoet te komen. Bovendien, als je zoals wij door onze uitlooptijd elke dag overwerkt, dan moet daarover gepraat worden volgens de richtlijnen van het KNMT. Anders betekent het dat iedereen structureel dagelijks een kwartier gratis werkt. Maar hier valt niet over te  discussiëren. Volgens de werkgever “hoort het erbij” en mogen we niet klagen, omdat we het eerste kwartier – bij het klaarzetten van de kamer – ook al krijgen uitbetaald. Met dit soort discussies sta je met de rug tegen de muur; je kunt er niets aan veranderen.’
Mede hierom hoopt tandartsassistent Aukje dat een nieuwe cao blijvend is. Zodat de voorwaarden duidelijk zijn en je ook niet ineens iets moet “inleveren”: ‘Toen de vorige cao werd ontbonden, vonden assistentes het bijvoorbeeld lastig om ineens pensioen af te dragen. In hun ogen kregen ze hierdoor een lager maandsalaris.’

Aantrekkelijker vak


‘Mijn werkgever wil binnenkort een contractbespreking met mij. Ze zeggen dat de cao Tandartsassistent niet meer bestaat en mijn cao-contract daarom niet meer rechtsgeldig is’, zegt Lonneke. ‘Via het CNV weet ik dat dit niet klopt. Heel fijn dat ik contact kan opnemen met de vakbond als ik ergens niet helemaal uitkom. Het is moeilijk om er in je eentje tegenop te boksen. Dus ik ben blij dat zij achter me staan.’ Een nieuwe cao zou niet alleen goed zijn voor de tandartsassistenten zelf. Het komt ook ten goede aan  het vak. Lonneke: ‘Er is een groot tekort aan assistenten. Ik hoop dat het vak met goede arbeidsvoorwaarden en groeimogelijkheden en een beter salaris nog aantrekkelijker wordt. Want mijn baan is heel leuk, alleen de hoge werkdruk maakt het minder. Maar met goede basisregels wordt dat vast anders.’

Voor de anonimiteit zijn alle namen in dit artikel gefingeerd.

Deel ook je verhaal


CNV Zorg & Welzijn zet zich in voor professionalisering en positieverbetering van de tandartsassistenten. Zonder cao is dat op dit moment niet gemakkelijk. Werkgevers werken nu met de Arbeidsvoorwaarden adviesregelingen van de NMT en ANT. Deze regelingen zijn alleen niet verplicht. Daarom streeft CNV Zorg & Welzijn ernaar om samen met andere vakbonden en werkgeversorganisaties in 2021 tot een cao Tandartsassistenten te komen. Als jij dat ook vindt, deel dan je  verhaal met cao-onderhandelaar Albert Spieseke. Hoe meer signalen we krijgen, hoe sterker we staan in de onderhandeling. ‘We willen een cao, omdat dit goed
is voor de gehele sector. Zowel voor werknemers als voor werkgevers’, zegt Spieseke. ‘Een cao bevordert een gezonde arbeidsmarkt, omdat het concurrentie op arbeidsvoorwaarden uitsluit. En last but not least, goede arbeidsvoorwaarden maken een sector aantrekkelijk om in te werken.’