Extra zorghanden: 'Als artsen nodig zijn, wil ik helpen'

[caption id="attachment_16441" align="alignright" width="300"] Foto: Henriette Guest[/caption]

Para-roeier Annika van der Meer zou deze zomer naar de Paralympische Spelen in Tokio gaan. Het plan om een gouden medaille te halen met haar teamgenoot, is vanwege de coronacrisis een jaar uitgesteld. Met een MSc in geneeskunde op zak, kon ze niet anders dan zich aanmelden voor de flexpool in het ziekenhuis. ‘Op het moment dat artsen nodig zijn, dan wil ik gewoon helpen.’

Aan het begin van de coronacrisis werd haar gevraagd of ze zich wilde aanmelden voor de flexpool van het Prinses Maxima Centrum voor kinderoncologie in Utrecht. Ze heeft zich inmiddels ook aangemeld bij het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Al van jongs af aan wilde ze naar de Olympische Spelen en arts worden. In december is ze dan ook succesvol afgestudeerd aan de Universiteit Leiden. Van der Meer: ‘Ik heb wel nagedacht of ik in deze periode niet in de frontlinie wilde staan, maar kinderoncologie is voor mij een meer logische stap. In het laatste jaar van mijn master heb ik keuzestages gelopen in kindergeneeskunde. Ik vind het boeiend om te zien dat kinderen kijken naar hoe ze zich op dat moment voelen.'

Stapje terug als roeier


Ze heeft op haar 21ste een ongeluk gehad, waardoor spieren en zenuwen in haar bovenbenen beschadigd raakten. ‘Ik kan daardoor alleen korte afstanden lopen en niet al te lang staan. Daardoor
moet ik creatief zijn en in oplossingen denken. Ik merk wel dat ik hierdoor benaderbaar ben voor patiënten. Ik hoop dat de zorg met mijn inzet gewoon kan doorgaan.’

Ondertussen traint de para-roeier gewoon door. ‘Normaal gesproken zou ik nu snelheidstrainingen hebben, maar we zijn teruggegaan naar kracht- en duurtrainingen. We mogen best een stapje terug doen. Het voelt natuurlijk wel raar. Je werkt al die tijd naar iets toe en dan wordt het een jaar uitgesteld. Het geeft mij nu wel ruimte om andere dingen te doen. Als afgestudeerde arts wil je in crisistijd niet op je ergometer zitten, maar helpen als dat nodig is.’

Dit interview verscheen in het aprilnummer van Mijn Vakbond.
Lees ook: Extra zorghanden - 'Ik vind het normaal dat ik help'